Al vanaf jonge leeftijd was ik geïnteresseerd in de akkerbouw. Omdat mijn ouders geen boerderij hebben, was ik aangewezen op een broer van mijn moeder om met trekkers en machines in aanraking te komen. Op zijn akkerbouwbedrijf in Biddinghuizen logeerde ik al vanaf de lagere schooltijd bijna elke vakantie.
De interesse voor de landbouw bleef ook na de lagere school bestaan. Toen ik zestien werd haalde ik mijn trekkerrijbewijs. In die jaren werkte ik veel bij het bloembollenbedrijf van Gerard Slootman in Espel, het pootaardappelen bedrijf van Piet Bootsma in Creil en Loonbedrijf Blok in Espel.
In oktober 1994, ik zat inmiddels in het derde jaar van de studie Agrarisch Management op de HAS in Dronten, verbaasde ik mij bij Piet Bootsma eens over zijn grote machinepark en de lage benutting van al die machines. Zijn antwoord:"Als je iets weet om er mee te doen neem je maar een machine mee" leidde er toe dat ik in januari 1995 mij liet inschrijven bij de Kamer van Koophandel als "Loon- en opschepbedrijf Corné Vinke". Ik huurde van Bootsma een opschepmachine en om deze te vervoeren kocht ik een aanhangwagen die eerst verbreed en verlengd moest worden. Omdat ik zelf niet de beschikking had over een geschikte auto en rijbewijs E, hielpen mijn vader en schoonvader mij met het transport van de machine. Bij mijn schoonvader had ik ook ruimte om mijn machines te stallen.
![]() |
![]() |
In juni 1995 kocht ik mijn eerste trekker om pootaardappelen te klappen en uien te rooien. Een Fendt 309 uit 1984. Bij Piet Bootsma huurde ik een aardappelloofklapper en zelf bouwde ik een rijenspuit. Ook kocht ik toen een uienrooier en - klapper.
Nadat ik in 1997 mijn studie aan de HAS had afgerond kon ik mij volledig op het loonwerk storten. Het aantal werkzaamheden en daarmee het aantal klanten nam snel toe. Er waren inmiddels drie opschepmachines en de Fendt was ingeruild voor een nieuwe MF 6150. In 1999 volgde er een grote uitbreiding. Er werd een tweede trekker gekocht net zoals een tweede aardappelloofklapper en een tweede uienklapper en -rooier.
![]() |
![]() |
Een volgende grote uitbreiding was in 2000. Op de Lindeweg in Luttelgeest kocht ik een erf met een schuur. Ook kwam er toen een grote klant bij voor het opscheppen van aardappelen. Voor handelshuis Agrico kon ik alle aardappels in Oostelijk en Zuidelijk Flevoland opscheppen. Hiervoor heb ik zes opschepmachines van Agrico overgenomen. Ik had inmiddels zelf vier machines waardoor ik toen de beschikking had over tien opschepmachines.
![]() |
In 2001 volgde weer een grote stap. In dat jaar kreeg ik hulp van mijn eerste medewerker. Siemon Koopmans kwam fulltime in dienst. Het machinepark werd uitgebreid met een aardappelrooier, een aardappellooftrekker en wortelrooier. De groei in de werkzaamheden ging gestaag door. In 2002 kwam er een tweede aardappelrooier en ook de tweede werknemer deed zijn intrede. Deze tweede (getrokken) aardappelrooier werd in 2003 ingeruild voor een zelfrijdende tweerijïge verstekbunkerrooier van Grimme.
Ook konden wij vanaf dit jaar uien en wortels zaaien. De animo voor het bunkerrooien was erg groot. De combinatie van aardappelvriendelijk rooien, minder benodigde arbeid en niet meer hoeven doorsteken met trekkers en kippers, resulteerde in de aankoop van een tweede bunkerrooier in 2004.
Ook werd Korteweg BV uit Swifterbant een nieuwe klant voor het opscheppen van aardappelen. In 2005 werden twee opschepmachines van Korteweg overgenomen zodat we vanaf dat moment met 12 machines konden opscheppen.
Tevens werd in 2005 het vlaggeschip van het bedrijf gekocht. De in 2004 aangeschafte tweerijïge bunkerrooier werd ingeruild voor een vierrijïge bunkerrooier op rupsen. Deze rooier wordt zowel gebruikt voor de oogst van aardappelen als die van witlof.
![]() |
|
De vraag naar aardappels rooien bleef toenemen. In 2006 werd er daarom een 2 rijïge zelfrijdende bunkerrooier van Dewulf gekocht. Bij de klanten waar wij witlof rooiden, kwam steeds vaker de vraag of we de witlof ook konden zaaien. In het voorjaar van 2006 werd daarom de frontkopeg die we met het wortelruggen trekken gebruikten, omgebouwd tot ruggentrekker voor de witlof. Voor de wortels werd een nieuwe frontfrees gekocht. Ook werd een witlofzaaimachine aangeschaft. In 2008 bleek dat we met de Grimme Tectron in pootaardappelen en witlof niet goed uit de voeten konden met de kleine kopakkers van 6 meter die in die gewassen gebruikelijk zijn. Dit ondanks vele uren inspanning om een manier te bedenken om op een snelle en goede wijze de kopakker groter te maken door met een volvelds beitelbek voorlangs te rooien. De Grimme werd ingeruild voor een Ploeger die pas in het najaar van 2008 in de witlof ingezet kon worden. Achteraf kwam de komst van de Ploeger goed uit. Het najaar was erg nat waardoor we met de Ploeger veel witlof hebben gerooid. De Grimme, die nog steeds op het bedrijf was, werd tot de kerst ingezet om aardappelen te rooien. Met name in Drenthe is heel wat afgemodderd.
In 2009 stopte Loonbedrijf Bijdevaate BV uit Bant met haar activiteiten en kwam de mogelijkheid om zilveruien te gaan rooien voor Veco in Creil. Er moest een keus gemaakt worden voor een rooimachine waarbij na veel overpeinzingen de keus is gevallen op weer een Grimme Tectron. Het probleem van de kopakkers, wat we in het verleden bij pootgoed en witlof wel hadden, speelt hier niet zo omdat de AMAC's die voorheen de zilveruien rooiden,
ook zelf een kopakker moesten maken. De rooier is wel op veel punten aangepast. Zo is er een grote rollenbaan geplaatst, is de conveyerband dichtgemaakt, wordt er een dubbele schommelschaar ipv een gewone beitelbek geplaatst en wordt er een andere klapper gebouwd.
![]() |
![]() |